Platvis


De meeste platvissen zijn echte bodemvissen. Door hun platte vorm kunnen ze zich daar goed verstoppen. Ze camoufleren zich door de kleur van de ondergrond na te bootsen. Op een zandbodem worden ze zandkleurig gespikkeld, op een grindbodem gevlekt met de kleuren van het grind. Je ziet ze dan haast niet meer liggen. Platvissen beginnen hun leven als normaal, rechtop zwemmend visje, maar als volwassen dier verandert dat. Dan verhuizen hun ogen naar één van de zijkanten van de kop terwijl de vis op de andere zijkant gaat liggen.

Van rond naar plat(vis)

Platvissen komen als piepkleine rondvisjes uit het ei. Ze zwemmen die eerste weken in de waterkolom. Aan iedere kant van hun lichaam zit dan een oogje. Na een week of twee beginnen ze te veranderen en trekken ze naar de zeebodem. Die verandering begint met de verplaatsing van het oog. Al heel snel staan de ogen van de larfjes niet meer keurig naast elkaar, maar lijkt het of ze scheel beginnen te worden. Bij de meeste soorten verschuift het linkeroog naar de rechterkant van de schedel. Daardoor schuift het hele schedelbot ook mee. Doordat de ogen dan aan één kant van het lichaam zitten, kunnen ze op één zijkant op de zeebodem liggen en toch beide ogen gebruiken. De huidskleur verandert ook mee. De zijkant die naar de bodem is gericht wordt lichtgekleurd, terwijl de zijkant waar de ogen naartoe zijn verhuisd vaak donker van kleur is. Met de hele metamorfose verandert ook het dieet van de vis. Als in de waterkolom zwemmend larfje eten ze plankton. Op de bodem veranderen ze in vleesetende roofvissen. Het maag-darmstelsel moet zich dan ook aanpassen aan het nieuwe dieet.

Kinderkamer voor platvissen gezocht

Veel platvissen groeien op in de Waddenzee of dicht langs de Noordzee-kust. Daar is het water lekker warm, is veel voedsel te vinden en zijn minder grote vissen die ze op willen eten. Schol en tong zijn vissoorten die gebruik maken van deze ‘kinderkamer’. De vissen komen in de diepere delen van de Noordzee uit het ei en trekken als larfje naar de kustgebieden en de Waddenzee. De laatste tijd worden daar echter steeds minder jonge scholletjes gezien. Nu is het niet zo dat de schol is verdwenen uit de diepere delen van de Noordzee; de laatste jaren zwemmen er juist veel. Het lijkt er dus op dat de jonge schollen andere plekken opzoeken om groot te worden. Onderzoekers denken dat dit aan de temperatuur van het zeewater ligt. Die wordt geleidelijk aan hoger. Waarschijnlijk vinden de jonge scholletjes het tegenwoordig te warm geworden in het kustwater en de Waddenzee en kiezen ze nu voor koeler, dieper water om op te groeien.

Bron: Ecomare

Rondvis

De Nederlandse vissers vissen op verschillende soorten rondvis. Bekende zijn: kabeljauw, wijting, schelvis, poon en makreel. Het meest bekend is de Nieuwe Haring. Deze haring wordt gevangen vanaf mei tot begin juli.

 

Kabeljauw

Samen met wijting, schelvis en koolvis hoort kabeljauw tot de familie van de kabeljauwachtigen. Deze zijn te herkennen aan drie rugvinnen en twee annaalvinnen. De kabeljauw kan behoorlijk lang worden, soms wel tot 1.30 meter. De kleinere kabeljauwtjes worden door vissers ook wel "gullen" genoemd.

Kabeljauw is een uitgesproken roofvis. Veel andere vissen, schelpdieren, kreeftachtigen en zee-egels staan op zijn menu. Kabeljauw is een snelle groeier en is al na anderhalf jaar aan de maat om te worden gevangen voor consumptie.

 

Kibbeling

De kabeljauw is een smakelijke vis die voor vele doeleinden gebruikt wordt. Bekend is de portie kibbeling bij de visboer. Kibbeling is oorspronkelijk het (zeer fijne) visvlees van de kop van de kabeljauw (o.a. de wangen). Vroeger namen vissersvrouwen deze koppen mee naar huis, dan hadden ze toch nog vis. De rest moest namelijk worden verkocht.

 

Wijting

Tegelijk met de kabeljauw zit er meestal ook wijting in de netten. De goudzilverkleurige wijting is een visje dat ongeveer 30 cm lang wordt. Het voedsel van de wijting bestaat hoofdzakelijk uit garnalen en kreeftachtigen. De wijting heeft geen stevig vlees, maar is wel een van de minst vette vissoorten. In de periode van januari tot augustus is de wijting het beste te vangen.

 

Schelvis

De schelvis is net als de kabeljauw te herkennen aan zijn drie rugvinnen. Verder heeft de schelvis een zwarte vlek onder de eerste rugvin. Deze vlek wordt ook wel Petrusduim genoemd. De vis is bijzonder smaakvol. Het hoofdvoedsel van schelvis bestaat uit bodemdieren. Op zijn menu staan wormen, schelpdieren en zeesterren. Maar ook haringeieren zijn een smakelijk hapje voor de schelvis.

 

Koolvis

We kennen de witte koolvis (of pollack) en de zwarte koolvis. Het verschil tussen deze twee is niet moeilijk: de zwarte koolvis heeft namelijk een baarddraad en de witte koolvis een witte zijlijn. Koolvis wordt veel gebruikt in de vooral bij kinderen favoriete vissticks.

 

Poon

Er zijn twee soorten poon: grauwe en rode poon. De grauwe poon is het talrijkst en wordt als bijvangst door Nederlandse vissers op de afslag aangevoerd. In het zuidelijke deel van de Noordzee is ook de rode poon een belangrijke bijvangst van de boomkorkotters. De poon heeft een grote bek en is daardoor een jager bij uitstek. De poon heeft vrijstaande borstvinstralen waarmee hij als het ware over de bodem loopt. Tevens dienen zij als tastorgaan.

 

Makreel

Vooral de trawlervloot brengt de makreel aan de visafslag. De makreel is namelijk een vis die zich meestal ophoudt in viswateren die alleen voor deze grote vissersvaartuigen bereikbaar zijn. De makreel heeft een mooie kleur; een blauwgroene boven- en zijkant met zwarte lijnen. De smaak is bijzonder goed. Een makreel krijgt een prachtig gouden kleur, nadat de vis gerookt is. De jonge makreel groeit snel en bereikt de eerste zomer reeds een lengte van 15 cm. Na ongeveer 3 jaar zijn ze 30 cm lang en geslachtsrijp.

 

Haring

De haring leeft in grote scholen die jaarlijks onderweg zijn van het voedselgebied naar het paaigebied. Als het licht is, trekken de scholen haring zich terug naar diepere wateren. Zodra het donker wordt komt de haring omhoog om zich te voeden met plankton. De haring is een klein, slank zilverachtig visje. De lekkere smaak van de haring is te danken aan het hoge vetgehalte van het spierweefsel. In de Noordzee komen verschillende haringrassen voor.

 

Nieuwe Haring

Het meest bekend is de Nieuwe Haring (Hollandse Haring). Deze wordt gevangen vanaf mei tot begin juli. Eind mei is de haring op zijn vetst. Een echte Hollandse Nieuwe moet minimaal 16 procent vet bevatten. Traditioneel wordt de verkoop van de Hollandse Nieuwe gezamenlijk gestart. De dag ervoor wordt het eerste vaatje haring geveild. De opbrengst gaat naar een goed doel.

Bron: